Het was vrijdag. Een normale dag aan het einde van de week. Ik belde een meneer op die zijn hulpvraag aan ons heeft toevertrouwd. Na hem gegroet te hebben, ben ik begonnen met de controle van de NAW (Naam, Adres, Woonplaats) gegevens om er zeker van te zijn dat ik de juiste persoon sprak. Meneer was sinds kort in Nederland en sprak enkel het Arabisch. Om die reden vond het gesprek in het Arabisch plaats. Maar er was iets opvallends…
In ons CRM-systeem stond bij zijn voornaam “Nmr”, maar meneer zei meerdere keren aan de telefoon dat hij Namir heette. En hij vertelde hoe trots hij op zijn naam was, want het betekende tijger in het Arabisch. Hij omschreef zichzelf als een flinke doorpakker. Na dit verhaal dacht ik ‘dat zal wel een typfout zijn’ , maar ik besloot toch te kijken wat er op zijn ID-kaart stond. Toen kwam ik tot mijn verbazing erachter dat daar ook “Nmr” stond. Vervolgens riep ik een collega erbij met de vraag: “Hoe zou jij dit (Nmr) uitspreken?” Zij gaf toen aan: “Nummer, hoezo?” Ik gaf aan dat dit de manier is waarop meneer is geregisteerd toen hij aankwam in Nederland.
We kwamen tot de pijnlijke conclusie dat meneer zijn hele leven hiermee geconfronteerd zal worden. Of dat nou is bij het stadsdeelkantoor, op zijn CV of bij het afsluiten van een sportabonnement. Dit is een fout die makkelijk voorkomen had kunnen worden door ervoor te zorgen dat de ambtenaren in de BRP (Basis Registratie Personen) straten, waar nieuwe Nederlanders zich als eerst registeren, begrijpen dat je in het Arabisch enkel de medeklinkers opschrijft (Nmr) en dat de klinkers accenten zijn op deze letters waardoor je komt tot de uiteindelijke naam Namir waar meneer zich mee identificeert. Meneer zal zich nu nog harder moeten bewijzen dat hij geen Nmr is, maar een echte Namir een echte tijger.
Dit verhaal is geschreven naar aanleiding van een ervaring van een sociaal werker binnen het Nationaal Zakat Fonds